Mijn naam is Abdelkabir Manti. Ik ben geboren in 1958 in Marrakesh, Marokko. In 1966 ben ik als zesjarig kind met mijn familie naar België gekomen, nadat mijn vader enkele jaren eerder al naar hier was vertrokken om in de mijnen te werken. Oorspronkelijk wilde hij slechts een paar jaar blijven om te sparen en daarna terugkeren naar Marokko. Na twee jaar keerde hij ook effectief terug en probeerde een eigen zaak op te starten, maar dat liep helaas niet zoals gehoopt. Uiteindelijk besloot hij opnieuw naar België te komen en keerde hij terug naar zijn oude job in de mijn.
Zelf groeide ik op in België en ging hier naar school, waar ik Nederlands leerde. In die tijd was er weinig openlijke discriminatie in de wijk of op school. We werden meestal goed aanvaard, al noemden sommige kinderen ons wel eens ‘koffie’ of ‘chocolade’. Maar aan dat soort opmerkingen schonk ik geen aandacht.
Later ging ik ook in de mijn werken. Ik heb er tien jaar gewerkt, tot ik door een rugblessure moest stoppen. Nu ben ik gepensioneerd. Mijn vader werkte uiteindelijk twintig jaar in de mijn. Toen hij met pensioen ging, keerde hij terug naar Marokko, zoals hij altijd had gewild. Toch kwam hij regelmatig terug naar België, vooral omdat zijn vier kinderen hier woonden.
Mijn vrouw komt ook uit Marokko. Zij spreekt het Nederlands niet zo vlot als ik, maar ze kan zich goed redden en communiceren met anderen. We hebben vijf dochters en vier kleindochters. De oudste dochter is inmiddels veertig jaar oud. Al onze kinderen zijn in België geboren, hebben hier hun opleiding gevolgd, hogere studies afgerond en een goede job gevonden. Ze voelen zich helemaal thuis in België en willen niet terugkeren naar Marokko – dat idee komt zelfs niet bij hen op.
Vroeger hadden we Belgische buren, en het contact met hen was altijd heel goed. We hebben nooit problemen ervaren. Onze kinderen speelden vaak samen met de kinderen van Belgische gezinnen, maar ook met kinderen van andere nationaliteiten. Het was een fijne, gemengde buurt waar iedereen goed met elkaar overweg kon.
Vandaag wonen er in onze wijk in Houthalen geen Belgen meer, maar vooral mensen van Marokkaanse, Turkse en Italiaanse afkomst. Mijn vader woont ondertussen opnieuw in Marokko, waar hij van zijn pensioen geniet. Vroeger ging ik bijna elke twee maanden naar Marokko, vooral om mijn ouders te bezoeken. Nu zij overleden zijn, ga ik nog ongeveer om de zes maanden, vooral om mijn zus te zien.
Houthalen is met de jaren sterk veranderd. De wijk is levendiger geworden dan vroeger. Ik zie dat jongeren minder met drugs bezig zijn en vaker kiezen voor hogere studies en een stabiele toekomst. Ze vinden goede jobs en bouwen een mooi leven op. Ik vind het belangrijk dat jongeren respect tonen voor anderen en goed voor hun ouders zorgen. Dat zijn waarden die ik altijd heb meegegeven, en waar ik nog steeds sterk in geloof.
Abdelkabir vertelt dat hij diep bedroefd is over wat er in de wereld gebeurt: "Er worden zoveel onschuldige mensen vermoord. Ik wens dat iedereen gelijke kansen krijgt, dat we elkaar helpen groeien, mensen aanvaarden zoals ze zijn, en leren om empathie te tonen – door eerst in de plaats van een ander te staan voordat je oordeelt of iets verkeerds doet. Mijn grootste wens is dat iedereen in vrede kan leven.
...