İsmail Erdoğdu werd geboren op 31 december 1947 in Eskişehir, Turkije, als het eerste mannelijke kind van Mustafa en Ünzile. Zijn vader was ontzettend blij met zijn geboorte. “Mijn overleden vader was erg blij toen ik werd geboren,” zegt İsmail, die terugkijkt op zijn vroege jaren in Eskişehir met warme herinneringen.
Zijn jeugd was niet zonder uitdagingen. “Ik ging naar de basisschool en de middelbare school in Eskişehir,” vertelt İsmail. Hij werkte als leerjongen bij zijn oom, die kleermaker was. Hij herinnert zich nog goed hoe hij een keer probeerde de ring vast te houden, maar het niet goed deed. “Hij bond mijn vinger vast zodat ik de ring goed kon vasthouden, maar ik haalde de ring eraf en rende weg,” zegt İsmail met een glimlach. Toch was zijn oom, die in 1963 naar België verhuisde, een belangrijke steun voor hem. “Mijn overleden oom hield veel van me,” voegt hij eraan toe.
In 1964 begon İsmail zijn reis naar België, aangemoedigd door zijn oom. “Mijn oom zei tegen mijn vader: 'Laat me İsmail naar België brengen en hem daar opleiden.' Zo begon mijn reis naar België nadat ik de middelbare school had afgerond,” legt hij uit. Na de nodige administratieve stappen, zoals een medische controle in Ankara, vertrok hij samen met de vriend van zijn oom, Ahmet Yeşil, per trein naar België. Tijdens hun reis door Joegoslavië kreeg hun auto een lekke band. Terwijl ze de band aan het repareren waren, pakte İsmail zijn saz, een traditioneel Turks instrument, en begon te spelen. “Terwijl ze probeerden de band te repareren, speelde ik liedjes op mijn saz,” herinnert hij zich. De lokale mensen hielpen hen en boden hen zelfs wat te drinken aan, een gebaar dat İsmail nooit zal vergeten.
In België aangekomen, voelde hij zich verrast toen iemand hem vanaf een heuvel riep. “İsmail, İsmail,” klonk het, en tot zijn verbazing was het een buurvrouw van zijn oom. “Het was de vrouw van Hüseyin Kıymetli, een vriend van mijn oom, die me riep,” vertelt İsmail, “Ze waren erg aardig en namen ons meteen mee naar binnen om even op adem te komen.”
Zijn eerste ervaringen met het onderwijs in België waren echter niet gemakkelijk. “Mijn oom schreef me eerst in voor een reguliere school, maar ik kon me daar niet aanpassen. Ik begreep helemaal niets van de vakken. Flamand was voor mij erg moeilijk,” zegt İsmail. Nadat hij aan zijn oom had verteld dat hij niet kon studeren, gaf deze hem twee keuzes: “Of je gaat terug naar Turkije, of je zoekt hier werk.”
İsmail besloot te blijven en werd al snel actief in de mijnen. “In de eerste periode vroegen Turkse mijnwerkers mij om liedjes te zingen voor hen, omdat ze hoorden dat ik saz speelde en Turkse volksliederen zong,” zegt İsmail. Ondanks de zware omstandigheden in de mijn, waar hij op jonge leeftijd begon te werken, bleef hij doorgaan. “In januari 1965, nadat ik 18 werd, begon ik in de mijn van Winterslag te werken. Het was zwaar werk, vol stof en schadelijk voor de gezondheid,” legt hij uit.
Zijn levenspad nam een nieuwe wending na zijn militaire dienst in Turkije. In 1969 keerde hij terug naar België en begon opnieuw in de mijnen te werken, maar in 1972 besloot hij bij Ford in Genk te gaan werken, waar hij uiteindelijk 25 jaar werkte. “Ik werkte 6 jaar in de mijn en 25 jaar bij de Ford autofabriek, dus in totaal werkte ik 30 jaar. Uiteindelijk ging ik met pensioen na 31 jaar werken,” zegt İsmail met trots.
Op persoonlijk vlak was er een belangrijke gebeurtenis in 1972, toen hij trouwde met Hatice. “Achter elke succesvolle man staat een sterke vrouw,” zegt İsmail over zijn vrouw, die altijd achter hem stond. Samen hebben ze drie zonen: Mustafa, Kağan en Bora. “Twee van mijn zonen zijn getrouwd en één is nog vrijgezel,” vertelt İsmail, die nu ook kleinkinderen heeft. “Eén van mijn kleinkinderen studeert aan de universiteit,” voegt hij toe met een glimlach.
Het leven in het buitenland bracht niet alleen vreugde, maar ook verdriet. “Het leven in het buitenland is erg moeilijk. Soms vergeet men veel dingen in het dagelijks leven, maar er komen momenten waarop tranen gewoon niet te stoppen zijn,” zegt İsmail, terwijl hij reflecteert op het verlies van zijn vader in 1972, waarvan hij pas 40 dagen later via een brief het nieuws vernam. “Ik ontdekte dat mijn vader was overleden,” zegt hij met een verdrietige blik.
Muziek speelde een belangrijke rol in zijn leven. In België richtte İsmail een orkest op en werd bekend als een muzikant. “Vroeger noemden ze me de neef van de kleermaker Hasan uit Eskişehir, maar later werd ik de muzikant İsmail,” zegt hij. In 1979 bracht hij een muziek-cd uit, genaamd “Şarbonaz,” die zijn zelfgeschreven en gecomponeerde liedjes bevatte. “Ik wilde mijn muzikale kennis niet mee het graf in nemen,” zegt İsmail, die in 1999 na zijn pensioen een muziekgroep oprichtte en de Beringen Music Club begon. “We gaven lessen in saz en Turkse muziek aan kinderen en jongeren,” vertelt hij, trots op wat ze hadden bereikt.
İsmail heeft altijd een sterke band met zijn Turkse roots behouden. “Turkije is mijn vaderland. De plek waar ik geboren en opgegroeid ben. Als ik ooit sterf, wil ik dat ze me daar begraven,” zegt İsmail, die nog steeds de wens heeft om uiteindelijk terug te keren naar zijn thuisland.
Zijn levensverhaal is een getuigenis van de vele uitdagingen en overwinningen van de Turkse gemeenschap in België. “Er waren mensen wiens huizen waren afgebrand, die werden aangevallen of fysiek mishandeld,” zegt İsmail, reflecterend op de moeilijke tijden van integratie. Toch blijft hij optimistisch: “Als België nog een paar generaties doorgaat, zullen onze kinderen alleen maar zeggen: 'De voorouders van mijn grootvader waren Turken.' Onze toekomst is een grote vraagteken,” zegt hij, maar met vertrouwen in de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen.
İSMAİL ERDOĞDU
BERİNGEN
Ben 31.12.1947 yılında Eskişehir doğdum. Eskişehir’de yaşayan Mustafa ve Ünzile çiftinin ilk erkek çocuğuyum. Ben olunca rahmetli babam çok sevinmiş.
İlk Okul ve Orta Okulu Eskişehir’de okudum. Amcamın yanında çıraklık yaptım. Benim yüzük iyi tutsun diye parmağımı bağladı. Bende yüzüğü çıkarır kaçardım.
Eskiden Eskişehir’de terzilik yapan rahmetli amcam beni çok severdi. 1963 yılında kendisi Belçika’ya gelmişti. Yengemi ve çocuklarını da buraya getirmişti. Ben o zamanlar sınıfta kalmıştım. Amcam izine geldiğinde babama İsmail’i ben Belçika’ya götüreyim orada okutayım demiş. Böylece Orta Okul’u bitirdikten sonra Belçika yolculuğu başladı.
Beni Belçika’ya Ahmet Yeşil isminde bir tanıdık getirdi. Pasaportlarımızı çıkarttıktan sonra sağlık kontrolü için Ankara’ya gittik. O zamanlar öyleydi. Beni kontrol edecek olan bir hemşire bir bana baktı, bir de dosyama baktı. Senin burada ne işin var dedi. Listede ismim var ama işçi statüsünde değil. Orada ben Belçika’ya okumaya gidiyorum deyince bana tamam o zaman sen geç bu tarafa dedi. Öyle kontrol falan olmadan gerekli izni almış olduk.
Belçika’ya 1964 yılında tren ile Ahmet Yeşil ağabey ile yola çıkma kararı almıştık. Tren istasyonuna gelince orada biriyle tanıştık. O bize arabayla Türkiye’ye yalnız geldiğini ve geri dönüşte beraber gidebileceğimizi söyledi. Bizi İsviçre’ye kadar getirecek, oradan da tren ile Belçika’ya gelecektik. Gelirken Yugoslavya’da arabanın tekeri patladı. Onlar teker değiştirmeye uğraşırken bende elimde saz türkü söyledim. Sonra bizi Yugoslavya’da bize teker konusunda yardımcı olan biri evinde misafir etti. Bize ikramlarda bulundu, onu hiç unutmuyorum.
İsviçre’den trene bindik ve Belçika’ya geldik. Belçika’ya bir elimde valizim, diğere elimde sazımla geldim. Winterslag da tarif üzeri adresi bulmaya çalışırken kadının biri bana ‘’İsmail, İsmail’’ diye bağırmaya başladı. Ben çok şaşırmıştım. Şöyle hafif yokuşu olan bir sokaktı, Eikenlaan isminde bir sokaktı, hiç unutmuyorum orayı. Ahmet abi bana kimdir o diye sordu, ben tanımıyorum dedim. Meğerse amcamın komşularıymış, elimde sazı görünce hemen anlamışlar benim olduğumu. Demek ki aralarında benden bahsetmişler. Hasan Amcamın çok sevdiği, değer verdiği arkadaşı Kütahyalı Hüseyin Kıymetli eşi Meral yengeymiş beni çağıran. Sağ olsunlar bizi hemen içeri aldılar, orada bir soluklandık. Sonra amcamlara haber verdiler ve bizim Belçika maceramız 16 Ağustos 1964’te böylece başlamış oldu.
Belçika’ya geldikten sonra eylül ayında okullar başladı. Amcam önce normal bir okula yazdırdı. Ben oraya alışamadım, okula ısınamadım, okuyamadım. Dersleri hiç anlamıyordum. Türkiye’de ortaokulda biraz Almanca öğrenmiştim ama Flamanca bana çok ters geldi. Sonra amcama ‘’ben okuyamayacağım’’ dedim. O da ‘’sen bilirsin okumak istemiyorsan zorlamam’’ dedi. Amcam o zaman bana ‘’senin için artık iki seçenek kaldı, ya Türkiye’ye geri döneceksin ya da burada bir işe girip çalışacaksın’’ dedi.
Öylece kaldık burada. İlk dönemlerde benim saz çalıp türkü söylediğimi duyanlar lojmanlarda kalan Türk maden işçileri beni çağırırdı, onlara memleket türküleri söylerdim. Çay demlerlerdi, yemek yaparlardı.
Tabi okumayınca çalışmamız gerekti ve Winterslag Maden Ocağı’na çalışmak için müracaatta bulundum. Yanımızda Türkçe bilen Yunanlı bir tercüman vardı. Orada kayıt yapan memur bana ‘’senin yaşın küçük çalışamasın’’ dedi. Yaşım henüz 18 olmamıştı. 18 yaşını doldurmaya birkaç ay vardı. Şimdi git 18 yaşı dolunca gel dediler.
1965 Ocak ayında yılında 18 yaşını doldurunca maden ocağına girdim ve çalışmaya başladım. O zamanlar ilk dönede 2 gün iş, 3 gün okula gönderdiler. Başlangıçta transport denilen hafif işlerde çalıştım. Madende epey çalıştım ama bana göre değildi. Çok zordu, toz toprak, sağlığa zararlı bir ortam vardı. Zaten o zamanlar zorunlu olarak maden işçisi olan birçok insan daha sonra başka yerlerde iş bulup maden işçiliğini bıraktılar. Zaten birisi başka bir yerde güzel bir iş buldu mu, diğer tanıdıkları da onun arkasından giderdi.
1967 Yılında askerlik vazifemi yapmaya Türkiye’ye gittim. 1969 yılında askerlik vazifemi tamamlayarak tekrar Belçika’ya geldim. Belçika’ya geri dönünce 1970 yılında tekrar Winterslag maden Ocağında işbaşı yaptım. 1972 yılında Türkiye’ye evlilik için gitmiştim. İşlerimiz Türkiye’de biraz uzadı ve geç geri döndüm. Bunun üzerine Maden Ocağı beni yeniden işe almadı. Ben de öyle olunca Genk Ford Araba fabrikası müracaatta bulundum. Belçika da 6 yıl maden Ocağında, 25 yılda Ford Araba fabrikasında olmak üzere 30 yıllık işçiliğim var. Toplam 31 çalışma yılı üzerinden emekli oldum.
Eşim Hatice ile 1972 yılında evlendim. Hani ‘’her başarılı erkeğin arkasında bir anlayışlı güçlü kadın vardır’’ derler ya bizimkisi de biraz böyle. İşte benim arkamda da Hatice var. Mustafa, Kağan ve Bora olmak üzere 3 erkek evladım var. Oğlumun ikisi evli bir bekar. Şimdi gelinlerim, torunlarım var. Torunlarımdan biri üniversitede okuyor.
Buradan Türkiye’ye gittiğimiz zaman oradaki arkadaşlarla buluşuyorduk. Bir gün arkadaşlarla saz çalıp söylerken, ‘’Anam ağlar baş ucumda oturur, derdim elli iken yüze getirir’’ diye bir türkü vardı. Hem çaldım hem ağladım. Gurbette yaşamak çok zor. Bazen günlük hayatta birçok şeyi insan unutuyor anacak öyle anlar geliyor ki göz yaşı sel oluyor akıyor. Gurbet hayatı anadan babadan, kardeşten, eşten uzak yaşayan insanların hikayeleri ile doludur.
Bir de ölüm var. En acısı da o. 1972 yılında rahmetli babam vefat etmiş 40 gün sonra bir mektup ile haberimiz oldu. Rahmetli amcamı bir mektup okurken gördüm. Kendisi ağlıyordu. Sordum ona nedir diye, bana babaannen vefat etmiş dedi. Babaannem sağdı o zamanlar, ben de inandım. Tabii birlikte ağladık sızladık. Ertesi gün işe giderken bir kahveye uğradım çay içmek üzere. Orada birkaç kişi bana başsağlığı diledi. Ben de sağ olun, dostlar sağolsun diyorum. Birisi ‘’İsmail hayırdır kim vefat etti deyince ben de babaannem’’ dedim. Orada bulunan başka bir arkadaş o baban değil miydi demez mi. Hemen tekrar amcamın yanına geldim ve mektubu bizzat ben okudum ve babamın vefatını öğrendim. Annemin kardeşimin vefatları yüreğimizde hep derin bir iz bıraktı. Gurbetin en zor tarafı budur.
Belçika’ya bir saz ile gelmiştim, ancak daha sonra yeni sazlar aldım. Burada bir orkestra kurdum. Winterslag da Karslı Fikret abimiz vardı. Kahvehanesi ve bir de Minibüsü vardı. Alırdı bizi gurup olarak düğünlere, eğlencelere götürürdü. Bu şekilde daha geniş kitleler tarafında tanınıp bilinmeye başladık. Darbuka çalan Antepli Yılmaz abi, Waterschei’den İstanbullu İsmet abi vardı, o da bizim solist, okuyucumuzdu, güzel türkü okurdu. Zamanla eğlenceleri, sünnet düğünü, normal düğünlerin en çok aranan müzik gurubu olmuştuk.
1979’da bir müzik kaseti çıkardım. Kendi yazıp bestelediğim türküleri bir kasette topladım. Şarbonaz adlı kaset o zamanlarda piyasaya sürülmüştü.1999’da emekli olduktan sonra bir bina satın aldım. Orada alt katta bir müzik derneği kurdum. Beringen Music Club böyle doğdu. Bu derneğin kurulmasında arkadaşım Ayhan Toksoy’unda emeği var. Onunla birlikte çalıp söylerdik. 2002 yılında ders vermeye başladık ve bugüne kadar 1500’den fazla ders verdiğim öğrencim oldu. Music Club Derneğini kurduktan sonra o eski çalışma düzenini bıraktık, daha çok kültürel etkinlikler çalıp söylemeye ve çocukları, gençlere saz ve türkü dersleri vermeye başladık. Bugüne kadar Flaman öğrencilerim de dahil yüzlerce insana saz çalmayı türkü söylemeyi öğrettik. Ben müzik bilgimi mezara götürmek istemedim. Bu işten bir ticari kazançtan daha ziyade Türk kültürüne katkı sunmayı asıl amaç olarak belirledik.
Daha önceden bana Eskişehir’li terzi Hasan’ın yeğeni İsmail derlerdi. Sonradan çalgıcı İsmail oldu, Şarbonaz kasetini çıkarınca ‘’Şarbonaz Amca’’ oldu, ondan sonra ‘’İsmail’in vatan Orkestrası’’, şimdi de ‘’Müzik Hocası’’ diyorlar. Kısaca hocalık yapıyoruz artık. Gençlere kendi türkülerini, kültürlerini sazını öğretmeye çalışıyoruz. Biz Music Club Derneğini açınca birçoğu duvarda asılı olan sazını alıp geldi çalıp söylemesini öğrendi. Biz onlara da öncülük yapmış olduk.
Türkiye’de son zamanlarda bize ‘’yabancısın’’ demeye başladılar. Biz burada da yabancıyız. Bazı Belçikalılar bizi kardeşleri gibi biliyor, bazıları da bizi istemiyor. Bu ülkelerde kalabilmek çok çok diyet ödedik. Evi yananlar, saldırıya uğrayanlar, şiddet görenler oldu. Gece uykusunda evinde ateşe verilenler, yananlar oldu bu ülkelerde.
Şimdi Türkiye’de yerinde durmadı. Türkiye’de gelişti. Orada yaşayanlarda belli bir refaha ulaştılar. Ama bizi bir yabancı gibi görenleri görünce insan üzülüyor. Türkiye benim vatanım. Doğup büyüdüğüm yer. Yarın bir gün ölürsem beni oraya götürmelerini isterim.
Bizler buraya geldik, aradan 60 yıl geçti. Çoğumuz Belçikalı olduk. Bizden önce gelenler de var. Polonyalı, Macar, İtalyan, İspanyollar var. Onlar arık tamamen karıştılar. Bizim için ne kadar daha sürer bilemiyorum ancak gün gelecek bir de öyle olacağız.
Belçika birkaç nesil daha geçtikten sonra çocuklarımız sadece ‘’benim dedelerimin dedeleri Türk’müş’’ diyecekler. Sonumuzla ilgili kocaman bir soru işareti bulunuyor.