Ahmet Şahan, afkomstig uit het dorp Çaykışla in Emirdağ, Afyonkarahisar, is één van de velen die in 1966, op 15-jarige leeftijd, zijn geluk in het buitenland zocht vanwege de tekorten aan voedsel en werk. Laten we zijn verhaal over de emigratie horen, verteld door hemzelf.
We volgden de oproepen van de pioniers die als eersten naar België vertrokken. Met een koffer in de hand en twee mensen die ouder waren dan ik, begon ik mijn reis naar het buitenland. Eerst reisden we met de bus naar Istanbul en daarna met de trein naar Milaan, Italië. Ons doel was Parijs, maar eenmaal in Milaan werden we uit de trein gezet en konden we niet verder reizen. We stapten op een andere trein en keerden terug naar Turkije. Na een paar maanden, aangemoedigd door mijn vader, huurden we een minibus met 11 mensen van iemand die in Duitsland werkte en begonnen opnieuw aan de reis via de weg. We kwamen weer door Italië, maar konden de grens opnieuw niet oversteken. Uiteindelijk reisden we via Tsjechoslowakije en Oost-Duitsland naar West-Duitsland, waarna we na 12 dagen in Gent, België aankwamen.
Vóór ons waren er al familieleden en bekenden naar België gekomen. Zij hielpen ons met een plek om te slapen en gaven ons begeleiding. In Gent waren vooral textielfabrieken te vinden die ook jonge arbeiders in dienst namen. Ik ging naar Brussel, waar ik familie had. In augustus 1966 begon ik daar met het schoonmaken van ramen. Dankzij mijn familie had ik weinig moeite met de taal en het werk. We verbleven in een pension in de Rue Josaphat, eigendom van Albanezen. In een kamer sliepen we met drie of vijf mensen. Op een avond viel de politie binnen en arresteerde 38 toeristen, die naar het politiebureau werden gebracht.
In de beginperiode in België hadden we, net als iedereen, veel moeite vanwege de taal. Om eten te kopen, stopten we soms een eierschaal of uienschil in onze zak en wezen we met onze vinger aan hoeveel we wilden kopen. We gingen meestal naar dezelfde winkel en kochten dezelfde dingen. Na verloop van tijd leerden we langzaam de taal en de namen van groenten en fruit.
In 1966 begon ik als arbeider bij het raamreinigingsbedrijf Cemstopel. Veel Turken werkten daar, vooral in Brussel. Ik werkte daar 30 jaar. Na 30 jaar werken besefte ik dat je niet ver komt met alleen werken, je hebt geen spaargeld. Ik raadpleegde de oudere mensen die al zakendeden en vroeg om hun advies. Uiteindelijk besloot ik een bedrijf te openen dat basisbehoeften verkoopt. Sindsdien heb ik dit bedrijf gerund en nu heb ik het aan mijn kinderen overgedragen. Mijn advies aan jongeren is om wat ze op school geleerd hebben, te combineren met moed en in de handel te stappen.
Naarmate het aantal mensen dat naar België kwam groeide, organiseerden we onszelf steeds meer. In de Rue Setuin maakte onze buurman, Ibrahim Hoca, de kelder van zijn huis tot een gebedsruimte, waar we onze eerste Tarawih-gebeden hielden. Later huurden we een ruimte aan de Chausse d'Haecht, waar we doorgingen. Uiteindelijk kochten we het oude bioscoopgebouw in de Rue Josaphat, dat nu de Ak-moskee is. Tot 1974 leefden we zo. In 1974, na een amnestieregeling, begon een nieuwe golf van migratie van toeristen en mensen uit Turkije, vooral uit Emirdağ, naar België.
Ik kwam in 1966 naar België toen ik 15 jaar oud was. In 1969 ging ik naar Turkije om te trouwen. Destijds was er geen wachttijd voor visa en kon je snel een visum krijgen voor gezinshereniging bij het consulaat. Na mijn huwelijk bracht ik mijn vrouw mee naar België. In 1971 keerde ik terug naar Turkije om mijn verplichte militaire dienst te vervullen. Destijds was militaire dienst verplicht en niet betaald, als je niet ging, werd je het staatsburgerschap ontnomen. Degenen die naar het leger gingen, werden tijdens die periode als "vakantie" beschouwd en verloren hun rechten niet. Na de militaire dienst kon je weer terug naar je werk.
Toen ik in 1966 naar België kwam, was er al een aanzienlijk aantal Turken. De eerste uit Emirdağ, uit het dorp Karacalar, die in 1964 naar België kwam, was een man genaamd Kötü Ahmet. Dankzij hem hebben we vandaag de dag een 60-jarige migratiegeschiedenis in België. Het is nu 58 jaar sinds ik naar België kwam. In de beginjaren dacht ik nog: "Ik heb nog vijf jaar tot mijn militaire dienst, dit gaat snel voorbij. Ik zal werken, wat geld sparen voor een huwelijk en een beetje kapitaal, en dan keer ik terug naar Turkije." Net als ik, kwamen veel mensen naar België om wat geld te verdienen en terug te keren. Sommigen van ons wilden een stuk grond kopen, anderen een paar ossen, en daarna terugkeren. Maar het liep anders. Terwijl we hier waren, werden hier kinderen geboren, begonnen ze naar school te gaan en wilden zij niet terug. Zo vestigden we ons hier permanent. En zo gingen de jaren voorbij zonder dat we het goed merkten. Als ik nu terugkijk, realiseer ik me dat ik als 15-jarige jongen naar dit land kwam en nu de oudste ben van de mensen die er toen waren.
Anadolunun yağız delikanlılarından Afyon karahisar, Emirdağ, Çaykışla köyünden Ahmet Şahan, 1966 yılında 15 yaşında yetmeyen aş ve iş için gurbet yollarına düşenler kervanına katılanlardan sadece bir tanesi. Kendi ağzından onun Gurbet hikayesini dinleyelim. Belçika'ya ilk giden öncülerin çağrılarına kulak verip elimize valizi alıp yanımda benden büyük iki kişi ile birlikte gurbet yoluna düştük. Önce otobüsle İstanbul'a oradan trenle italya-Milano'ya geldik, oradan Paris'e gideceğiz. Milano'da bizi trenden indirip Paris'e gitmemizi engellediler. Başka bir trene binip Türkiyeye geri döndük. Aradan 3-5 ay geçtikten sonra Babamın ısrarı ve teşviki ile tekrar İstanbul'dan Almanya'da çalışan birisinin minibüsünü 11 kişi kiralayıp karayolu ile tekrar yolculuğa başladık. Yine İtalya üzeri geldik, yine italya sınırından geçemedik, bunun üzerine Çekoslavakva ve doğu Almanya üzerinden batı Almanya'ya geçtik. 12 gün süren yolculuğumuz nihayetinde Belçika, Gent'te sonlandı.
Belçika'ya bizlerden önce gelen akraba ve tanıdıklarımız vardı. Onlar bize yatacak yer buldular,rehberlik ettiler. Gent'te genellikle tekstil fabrikalrı vardı ve çocuk yaştaki işçileri de işe alıyorlardı. Ben ise Brüksel'de ikamet eden akrabam ile Brüksel'e geldim. 1966 yılının Ağustos ayında Brüksel'de cam temizliği işine girdim. Akrabam sayesinde hem dilde hemde işte çok zorluk çekmedim. Turistlerin yoğunluklu olarak kaldıkları Rue Josaphat'ta Arnavutların sahibi olduğu pansiyon tipi otellerde kalıyorduk. Bir odada 3 kişi, 5 kişi birlikte kalıyorduk. Bir gece Polis, kaldığımız oteli bastı ve 38 turisti yakalayıp karakola götürdü.
Belçika'ya geldiğimiz ilk zamanlar herkes gibi bizlerde kendi ihtiyaçlarımız için gittiğimiz dükkanlarda dil bilmediğimiz için çok zorluklar yaşadık. Yemek yapmak için ya bir yumurta kabuğu, yada soğan kabuğunu cebimize koyup bakkal'a göstererek parmağımızla da kaç tane istediğimizi anlatmaya çalışırdık. Genellikle hep gittiğimiz aynı dükkana gidip aynı şekilde ihtiyaçlarımızı alırdık. Zaman içerisinde yavaş yavaş dil öğrendik, sebze ve meyvelerin adlarını öğrendik.
1966 senesinde Cemstopel Cam temizleme şirketinde işçiliğe başladım. Türklerde genellikle Brüksel'de bu şirkett'te cam temnizlik işinde çalışıyordu. Burada 30 yıl çalıştım. 30 senenin sonunda artık işçilikle bir yere kadar idare edebiliyorsun. Bir birikintin olmuyor, Benden önce ticarete atılan büyüklerimle istişare ettim, onlara danıştım. Biraz cesaretimi toplayıp, araştırıp temel ihtiyaç maddeleri satan bir işyeri açmaya karar verdim. Bu süreye kadarda burasını işlettim, şimdi çocuklarıma bıraktım. Gençlerimize tavsiyem ise okullarda öğrendiklerini cesaretleri ile birleştirip ticarete atılsınlar.
Ben 1966 yılında Belçika'ya geldiğimde azımsanmayacak kadar bir Türk nüfüsu vardı. 1964 yılında ilk gelen Emirdağ, Karacalar köyünden Kötü Ahmet derlerdi, onun sayesinde bugün Belçika'da 60 yıllık bir göç tarihimiz oluştu. Ben Belçika'ya geleli 58 yıl geçmiş. ilk geldiğim yıllarda askerliğime 5 sene var, çok uzun bir süre bu zaman geçmez, bu süreye kadar çalışırım, evlenme parası ile biraz da sermaye biriktirir o zaman geri dönerim diye hayal ediyordum. Aynı benim gibi gelenler hep biraz para kazanıp geriye dönmek için gelmişlerdi. Kimimiz 3-5 dönüm tarla parası biriktirecektik, kimimiz bir çift öküz alacaktık, geri dönecektik. Ama hiç te öyle olmadı.
Buralarda yaşadıkça buralarda çocuklar dünyaya geldi, okula başladılar, biz gitmek istesekte onlar gitmak istemediler, burlara yerleştik ve kalıcı olduk. Böyleliklede senelerimizin nasıl geçtiğini de anlayamadık. Arkamıza dönüp baktığımızda 15 yaşında bir çocuk olarak geldiğim bu ülkede arkada kimse kalmamış, en yaşlı kişilerden birisi olup kalmışım.