Fatma Aydınlı werd in 1945 geboren in het district Tavas van de provincie Denizli in Turkije. Haar reis naar België begon in 1964, toen haar man, Mustafa Aydınlı, naar België kwam om te werken in de mijnen. “Mijn man, Mustafa Aydınlı, kwam in 1964 naar België en werkte in de mijnen,” vertelt ze. In 1966 trouwden ze via een spoedhuwelijk. “We trouwden in 1966 via een spoedhuwelijk,” zegt Fatma. Na haar huwelijk verbleef ze bij haar schoonmoeder in Turkije totdat ze in 1975 naar België verhuisde. “Na de dood van mijn schoonvader kwam ik in 1975 naar België,” herinnert ze zich.
De eerste jaren in België waren een uitdaging, vooral het vinden van een huis. “In de tijd dat wij arriveerden, was het vinden van een huis het grootste probleem. We konden geen huizen vinden om te kopen of te huren,” zegt Fatma. Na lange tijd zoeken, vonden ze uiteindelijk een oud huis in Oostham. “We zochten heel lang naar een huis. Uiteindelijk vonden we in Oostham een oud huis. We woonden daar tien jaar,” vertelt ze.
Het leven van Fatma veranderde drastisch in 1983, toen haar man tragisch om het leven kwam. “Mijn man, Mustafa Aydınlı, stierf in 1983 door een ongeluk. Hij was naar Beringen gegaan om boodschappen te doen. Nadat hij zijn boodschappen had gedaan, ging hij met een vriend terug naar huis, maar werd hij van achteren aangereden door een Vlaamse automobilist in de nacht,” zegt Fatma, haar stem vol pijn. De verwondingen waren ernstig, en Mustafa overleed aan de gevolgen van het ongeluk. “Door de klap raakte hij gewond aan zijn voorhoofd. Door de verwondingen van het ongeluk overleed hij.”
Fatma besloot een advocaat in te schakelen om gerechtigheid te zoeken, maar het proces was lang en moeilijk. “Ik huurde een advocaat om ervoor te zorgen dat degenen die verantwoordelijk waren voor het ongeluk vervolgd zouden worden, maar het proces duurde tien jaar zonder resultaat,” zegt ze. “Omdat de dader Vlaams was, konden ze zich gemakkelijk verdedigen. We spraken de taal niet, wisten niet hoe we moesten procederen, en mijn zoon Hüseyin was nog heel jong. We ontvingen nooit officiële documenten over de zaak. We konden onszelf niet verdedigen.”
De verlies van haar man was een zware beproeving voor Fatma, maar haar zoon Hüseyin werd haar steun en toeverlaat. “Toen ik mijn man verloor, moesten we vechten om overeind te blijven. We hadden het erg moeilijk. Mijn zoon Hüseyin ging naar school en leerde de taal, hij werd mijn vertaler,” zegt Fatma. Ze was bezorgd dat Hüseyin verkeerde keuzes zou maken uit boosheid om de dood van zijn vader. “Ik was bang dat Hüseyin, die wraak wilde nemen voor de dood van zijn vader, verkeerde keuzes zou maken,” herinnert ze zich.
Haar broer in Nederland kwam hen regelmatig helpen en wilde hen zelfs terug naar Turkije brengen, maar Hüseyin had andere plannen. “Hij wilde terugkeren naar Turkije en ons meenemen, maar mijn zoon wilde dat niet. Hij zei: 'Moeder, iedereen wil hierheen komen, maar jij wilt mij naar Turkije brengen, ik wil dat niet.' Dus bleven we hier en gingen we door met ons leven,” zegt Fatma.
Om financieel rond te komen, werkte Fatma als naaister. “Ik ben naaister. Ik maakte dekens en kleding. Dit werk bracht ons extra inkomsten en we konden onze behoeften ermee dekken. Vooral de Belgen kochten mijn dekens,” legt Fatma uit. Haar zoon groeide op, voltooide zijn opleiding en trouwde later. “Mijn zoon en ik bleven hier. Hij voltooide zijn opleiding en toen hij oud genoeg was, trouwde hij. Nu heb ik drie kleinkinderen. Het leven gaat verder,” zegt ze.
Fatma moest ook de Vlaamse taal leren, want zonder die kennis was het bijna onmogelijk om zich aan te passen. “Vanwege de omstandigheden in België moest ik Flamans leren. Toen we in Oostham woonden, waren er geen andere Turken die ons konden helpen. Als we naar de dokter moesten of naar de supermarkt gingen, moesten we onze boodschap proberen over te brengen in het Vlaams,” vertelt ze. Langzaam maar zeker begon ze de taal te leren. “Langzaam leerde ik de taal. Daarnaast hadden we goede buren, Jef en Maria, die ons veel geholpen hebben,” zegt Fatma dankbaar.
Na al die jaren in België heeft Fatma haar leven opgebouwd. “We hebben nu een stevig leven opgebouwd in België. Mijn zoon heeft een groot gezin. Mijn kleinkinderen gaan naar school. Alhamdullilah, onze financiële situatie is nu goed. We zijn niet afhankelijk van anderen,” zegt ze met een gevoel van voldoening. “We hebben geen angst voor de toekomst van België of onze eigen toekomst. Hier hebben we buren, landgenoten en vrienden.”
Fatma kijkt met een gerust hart naar de toekomst van haar familie. “We houden van ons vaderland, de plaats waar we zijn geboren en opgegroeid. We proberen elke jaar naar Turkije te gaan. Mijn ouders zijn overleden. Van de vijf broers en zussen ben ik er nog maar twee over. Mijn zuster leeft nog en ik ben de andere,” zegt ze, met een toon van vrede. “Wat er gebeurt, gebeurt. Nu ben ik bij mijn zoon en kleinkinderen. Mijn leven en mijn dood zijn nu aan hen overgedragen.”
Als laatste deelt Fatma haar advies voor de jongere generatie: “Mijn advies aan mijn kleinkinderen en de jongeren is om hard te werken, goed met anderen om te gaan, respectvol te zijn en goede mensen te zijn,” zegt ze, haar woorden vol wijsheid die ze heeft opgedaan door het leven.
Fatma Aydınlı’s verhaal is er een van doorzettingsvermogen, verlies en de kracht om ondanks alles een nieuw leven op te bouwen. Het is een verhaal van liefde voor haar familie, haar land, en het leven dat ze in België heeft opgebouwd.
FATMA AYDINLI
BERİNGEN
Ben Denizli İli Tavas İlçesinde 1945 yılında doğdum.
Eşim Mustafa Aydınlı Belçika’ya gelmiş 1964 yılında gelmiş ve maden Ocağında çalışıyordu. Eşimle 1966’da yıldırım nikahı ile evlenmiştik. Ben eşimle evlendikten sonra Belçika’ya gelene kadar kayınvalidem ile birlikte kaldım. Kayınpederim Oğlum Hüseyin’in Türkiye’de Türk Kültürü ile yetişmesini istemişti. Kayınpederim vefat edince 1975’de Belçika’ya geldim.
Bizim geldiğimiz dönemlerde en büyük sorun bir ev bulmaktı. O zamanlar ne satılık ne de kiralık ev bulamıyorduk.
Geldiğim zaman çok ev aramıştık. Oostham’da nihayet eski bir ev bulduk. 10 yıl Oostham’da ikamet ettik.
Eşim Elim Bir Kazaya Kurban Gitti
Eşim Mustafa Aydınlı 1983 yılında kaza sonucu hayatını kaybetti. Bir seferinde Beringen’e alışverişe gitmişti. Alışverişi yaptıktan sonra bir arkadaşı ile gönderip kendisi de bisikleti ile eve dönerken bir Flaman gece karanlığında arkadan çarpmış. Eşim çarpmanın etkisi ile alnından yaralanmıştı. Kaza sonucu aldığı darbeler neticesinde hayatını kaybetti.
Kazaya sebep olanların yargılanması ve gereken cezayı almaları için avukat tuttum. Dava 10 yıl sürdü ancak bir netice alamadık. Karşıdaki Flaman olduğu için kendilerini daha rahat savundular. Dil bilmiyoruz, yol iz bilmiyoruz, oğlum Hüseyin ise daha çok küçüktü. Dava ile ilgili sonuç ne olduğuna dair bize hiçbir resmi evrak gelmedi. Savunamadık kendimizi.
Oğlum Hüseyin Hayatta Tek Tutanağım Oldu
Eşimi kaybedince ayakta kalabilmek için mücadele ettik. Çok zor dönemler yaşadık. Oğlum Hüseyin okula gitmeye başladı. Dil öğrendi, tercümanım olmaya başladı. Oğlumun babasının hayatına mal olanlardan intikam alma duyguları içinde olmasında çok korktum.
Hollanda’da ağabeyim vardı. O düzenli olarak gelir gider bizi yalnız bırakmazdı. Kendisi Türkiye’ye geri dönme kararı almıştı. Bizi de beraberinde götürmek istedi ancak oğlum bunu istemedi. ‘’Anne herkes buraya gelmek istiyor sen beni Türkiye’ye götüreceksin, ben bunu istemiyorum’’ dedi. Böylece burada yaşamaya devam ettik.
Benim terziliğim var. Yorgan dikerim, elbise dikerim. Bize bu durum bir ek gelir oldu, ihtiyaçlarımızın bir bölümünü bu gelir ile karşıladık. Diktiğim yorganları daha çok Belçikalılar alıyordu.
Oğlumla burada kaldık, okulunu bitirdi. Yaşı geldi evlendirdim. Şimdi 3 torunum var. Hayat devam ediyor.
Flamanca’yı Mecburen Belli Düzeyde Öğrendim
Belçika’da yaşadığım şartlar gereği belli düzeyde Flamanca öğrenmek zorunda kaldım. Oostam’da kaldığımız zamanlar bize yardımcı olacak hiçbir Türk yoktu. Doktora gideceksin, Markete gideceksin, meramını bir türlü anlatacaksın. Flamanca’yı yavaş yavaş öğrenmeye başladık.
Ayrıca komşularımız vardı. Komşularımız Jef ve Maria bize çok yardımcı olmuşlardı.
5 kardeştik 2 kardeş kaldık.
Vatanımızı seviyoruz, doğduğumuz büyüdüğümüz yer. Türkiye’ye her sene gidip gelmeye çalışıyoruz.
Annem, babam öldü. 5 kardeştik 2 kardeş kaldık. Bir ablam hayatta bir de ben. Başa gelen çekiliyor. Şimdi oğlumun, torunlarımın yanındayım. Benim ölüm, dirim onlara teslim artık.
Artık Belçika’da kök saldık.
Oğlum kocaman bir aile oldu. Torunlarım okula gidiyor. Allah’a şükürler olsun ekonomik yönden şimdi durumumuz iyidir. Kimseye muhtaç değiliz.
Belçika’nın geleceğinden, bizim geleceğimizden bir korkumuz yok. Burada komşularımız var, hemşerilerimiz var, dostlarımız var.
Gençlere, torunlarıma hayat ile, gelecek ile ilgili tavsiyem çok çalışsınlar, iyi geçinsinler, saygılı olsunlar, iyi insan olsunlar.