Ahmet Ilbay werd geboren op 8 mei 1946 in het dorp Sırçalı, gelegen in de regio Boğazlayan, Yozgat. Zijn jeugd bracht hij door in het dorp, waar hij eerst de basisschool afrondde en daarna drie jaar Koranlessen volgde. "Tot mijn diensttijd woonde ik met mijn familie op het platteland. Mijn vader had schapen en werkte in de landbouw. Ik hielp hem altijd met het werk."
Ahmet was het enige mannelijke kind in een gezin met zeven kinderen. "Omdat ik de enige jongen was, was ik waarschijnlijk een beetje ondeugend. Door de extra aandacht die ik kreeg, had ik wat meer moeite met het volgen van mijn studie, wat later zijn gevolgen had."
Zijn militaire dienst vervulde hij eerst in Istanbul als rekruut. Later volgde hij een onbashi-cursus in Kütahya en diende hij bij de Centraal Jandarma Eenheid in Adapazarı. In januari 1969 trad hij in het huwelijk en verbleef daarna een tijd in zijn geboortedorp.
In 1973 kwam Ahmet als toerist naar Nederland. "Toen ik zag dat anderen naar het buitenland gingen, begon ik ook te dromen over zo'n reis. In feite kreeg ik een keer een vergunning om naar Nederland te gaan, maar mijn oom met dezelfde naam ging in mijn plaats. Ik miste die kans."
Samen met een vriend overwoog hij eerst om in de mijnen van Zonguldak te werken om ervaring op te doen, met als doel naar België te gaan. "Mijn vriend zei dat België ervaren mijnwerkers aannam. Maar we hebben dit idee uiteindelijk niet kunnen realiseren."
Ahmet besloot het zelf te proberen en reisde naar Nederland. "Ik werkte daar een jaar en later hoorde ik dat er een amnestie was voor toeristen in België. Ik ging meteen naar Liège en vroeg daar een werkvergunning aan." Hij kreeg het recht om te werken en verhuisde naar Beringen, waar hij 14 jaar in de mijn werkte. "Ik dacht dat ik hier wat geld zou verdienen en dan terug zou gaan. Maar na verloop van tijd veranderden onze ideeën." Uiteindelijk ging hij met vervroegd pensioen, kreeg het Belgisch staatsburgerschap en vestigde zich definitief in België.
"Mijn leven in het buitenland heeft voornamelijk in de stad Diest plaatsgevonden. Ik was een van de eersten die hier kwamen. Toen ik hier kwam, waren er vijf huizen, en ik was het zesde huis." Ahmet speelde een actieve rol in de gemeenschap. "Ik was vakbondsvertegenwoordiger in de mijn. Ik heb ook een vereniging opgericht in Diest en jarenlang als voorzitter gediend. We hebben gestreden voor een moskee en een Turkse school, en later gaven we de taken door aan de jongere generatie."
Tijdens zijn jaren in de mijn ontmoette hij Rıfat Can, de voorzitter van de Turkse Verenigingen Federatie. "Vooral na de aardbeving in Turkije in 1999 hebben we samen hulpacties georganiseerd. We gingen met een delegatie van 75 personen van de gemeente Diest naar de rampgebieden in Turkije."
Na zijn pensionering bracht hij lange tijd zes maanden per jaar door in Turkije. "Tegenwoordig blijf ik meestal drie of vier maanden, omdat ik op mijn oude dag niet zoveel kan reizen." In 1993 voltooide hij de bedevaart naar Mekka en hij deed twee keer Umrah, in 2000 en 2007. "We zijn gelukkig met ons leven hier."
Ahmet benadrukt het belang van taal. "Toen ik op 29-jarige leeftijd in de mijn begon te werken, waren we in het begin erg zwak in de taal. Er waren momenten dat we zonder te begrijpen 'Ja' zeiden en het verkeerde antwoord gaven." Een woordenboek hielp hem om zich verstaanbaar te maken, en uiteindelijk had hij geen grote moeilijkheden meer in België.
In Diest ontmoette hij Albert, een Belg, die hij in 1977 meenam naar Turkije. "Albert bleef twee maanden bij mij in Turkije. Hij was erg geïnteresseerd in het leren van Turks. Hij hielp hier de Turken veel, vooral met sociale zaken zoals het vinden van huizen."
Ahmet herinnert zich dat het vroeger moeilijk was om een huis te vinden. "In België gaven ze vroeger geen huizen aan gezinnen met veel kinderen. Albert hielp ons hierbij, en dankzij hem verhuisden we naar een goed huis. Later kochten we zelf een huis dat aan onze behoeften voldeed."
Ahmet en zijn vrouw kregen vijf kinderen. "Mijn vijfde kind werd hier geboren. Ze hebben allemaal goed onderwijs genoten en werken nu in verschillende sectoren." Inmiddels heeft hij veertien kleinkinderen, waarvan sommigen al zelf kinderen hebben.
"Mijn vrouw is een verwant van mijn moeder. Omdat we het leven op het platteland deelden, trouwden we uit liefde. We waren vier jaar verloofd voordat we in 1969 trouwden." Later bracht hij zijn vrouw en kinderen naar België. "We gingen samen op bedevaart en Umrah. We leiden een gelukkig leven hier."
Ahmet gelooft dat aanpassing aan het land essentieel is. "Als je je aanpast aan het land, word je geaccepteerd. We hebben geen problemen met onze buren. Als ik mijn buren tegenkom, begroeten we elkaar en praten we."
Hoewel hij vaak naar Turkije reisde, heeft hij nooit een definitieve terugkeer overwogen. "Veel mensen die naar Turkije gingen toen ze gepensioneerd waren of genoeg geld hadden, zijn uiteindelijk weer teruggekomen. Alles wat we hebben, is hier. Dus je hebt geen andere keuze."
Hij is zich bewust van de uitdagingen voor de volgende generaties. "De jongeren die hier opgroeien, zijn soms religieuzer dan degenen in Turkije." Zijn advies aan hen is helder: "Goed onderwijs, een goed beroep en een goed karakter. Het succes ligt daar. Wij kwamen hier als arbeiders en we hebben veel moeite gedaan, maar we willen niet dat zij hetzelfde meemaken. Zij moeten ambtenaar worden, zakenman, kunstenaar, manager."
Op zijn oude dag richt hij zich op hulpverlening. "Ik ben vooral bezorgd om mensen met een beperking. Ik volg hen en probeer hen te helpen, bijvoorbeeld door rolstoelen naar Turkije te sturen voor de mensen die ze nodig hebben. Dit maakt me erg gelukkig."
Tegenwoordig draait zijn leven vooral om gezondheid. "Ik ben nu 78 jaar oud. Onze zaak is nu ziekenhuizen en dokters. Ik ben altijd dankbaar voor mijn land, maar in sommige opzichten is hier alles meer geregeld en hebben we rechten. Ik ben blij dat ik hier ben."
AHMET İLBAY - Diest
DİEST
Ben 8 Mayıs 1946’da Yozgat Boğazlayan Sırçalı kasabasında doğdum. Çocukluğum köyde geçti. Önce İlk Okulu okudum. Sonra 3 yıl Kur’an Kursuna gittim. Askere gidene kadar ailem ile birlikte köyde yaşadım. Babamın koyunları vardı, çiftçilik yapardı. Ben hep babamın yanında ona yardımcı oluyordum.
Biz 7 kardeştik. 6 kız 1 oğlan. Evde tek oğlan olduğum için biraz yaramazmışım. Fazla ilgiden olacak herhalde biraz yaramazlık yapmışız. Belki de eğitimim bundan dolayı aksadı ve bunun daha sonra cezasını bizzat çekmiş oldum. Askerliğimi önce İstanbul’da acemi birliğinde sonra Kütahya’da Onbaşı kursu ve ardından Adapazarı’nda Merkez Jandarma Birliğinde yaptım.
Ocak 1969 yılında evlendikten sonra bir müddet köyde kaldım. Sonra 1973 yılında Hollanda’ya turist olarak geldim. Hollanda’da önce 1 yıl çalıştım. Sonda Belçika’da turistlere af çıktığını duyduk. Ben hemen Belçika’da Liege şehrine geldim. Orada müracaatta bulunduk ve işçi olma hakkı elde ettik. Liege’den Beringen’e gelerek Maden Ocağına girdim. Madende 14 yıl çalıştım. Sonra oradan malulen emekliliğe ayrıldım. Yaşımız gelince ise tam emekli hakkını elde etmiş olduk.
Buraya biraz para kazanıp çiftçiliğimizi daha rahat bir şekilde devam ettirmeyi düşünerek gelmiştim. İlk zamanlarda aklımızda hep geri dönüş fikri vardı. Burada gün gelir emekli oluruz diye düşüncemiz yoktu. Zamanla şartlar değişti, fikirlerimiz değişti. Burada hak ve hukukumuzun farkına vardık. Onlardan yararlandık. Emekli olduk. Belçika vatandaşı olduk. Burada ev aldık ve buraya yerleşmiş olduk.
Yurtdışında hayatımın büyük bir bölümü Diest şehrinde geçti. Ben Diest şehrine ilk gelenlerdenim. Bu şehre geldiğimde 5 hane Türk vardı. Ben buraya gelen 6.ncı hane oldum. Burada hem çalıştım hem de diğer sosyal konularla ilgilendim. Maden Ocağında işçi temsilciliği de yaptım. Diest şehrinde dernek işleri ile uğraştım. Dernek kurdum. Uzun yıllar dernek başkanlığı yaptım. Burada ilk geldiğimde cami yoktu, Türk Okulu yoktu. Uzun yıllar mücadele ettik. Çok hizmetlerimiz oldu. Ardından bizden sonra gelen gençlere görevi devrettik.
Türk Dernekler Birliği Başkanı Rıfat Can ile maden ocağında çalıştığım yıllarda tanıştım. Onunla birlikte çok projelerimiz oldu. Birlikte çalıştık. Özellikle Türkiye’de 1999 yılında meydana gelen deprem sonrası birlikte yardım kampanyaları düzenledik. Buradan Diest belediye yönetiminden bir heyetle Türkiye’ye deprem bölgesine gittik. Rıfat bey bize o zamanlar öncülük yapmıştı.
Ben 29 yaşında burada maden ocağında çalışmaya başladım. İlk yıllarda lisan konusunda çok zayıftık. Her şeye anlamadan ‘’Ja ‘’ dediğimiz zamanlar oldu. ‘’Neen’’ diyeceğimize ‘’Ja’’ dedik, ‘’Ja’’ diyeceğimize ‘’Neen’’ dedik.
Diest şehrinde tanıştığımız Belçikalı Albert’i 1977’de Türkiye’ye götürdüm. Albert Türkiye’de 2 ay benimle kaldı. O Türkçe öğrenmeye çok meraklıydı. O burada Türklerin hepsine çok yardımcı oldu. Derneklerimize yardımcı oldu. Sosyal konut ev bulmada yardımcı oldu.
Belçika’da eskiden çok çocuğu olanlara ev vermek istemiyorlardı. İşte Albert bize yardımcı oldu ve onun sayesinde iyi bir eve taşındık. Sonra kendimiz bir ev satın aldık. O da bize yetmeyince kendimiz ihtiyacımıza göre ev yaptırdık. Benim 4 çocuğum vardı, 5. çocuk burada doğdu. Eğitimlerini iyi yaptılar. Hepsi yüksek okul okudular. Hepsi farklı sektörlerde çalışıyorlar. 14 tane torunum var. 4 tane torunlarımdan çocuklar var. Eşim annem tarafından akrabam oluyor. Biz köy hayatı yaşadığımız için birbirimizi severek evlendik. 4 yıl nişanlı kaldıktan sonra evlenmiştik. Ben Belçika’da işçi olduktan sonra onu çocuklarla birlikte buraya getirdim. Hacca, Umreye birlikte gittik. Buraya mutlu bir şekilde hayatımızı sürdürüyoruz.
Herkes gibi ben de anne babamı, kardeşlerimi akrabalarımı özlüyordum. O sıla yolculuğu defalarca ben de yaptım. 1978 yılında kayınpederim vefat etmişti. O zaman fazla uçak seferi yoktu. Sadece Türk Hava Yolları sefer yapıyordu. Türkiye’ye cenazeye gitmek için uçakta yer bulamadık. Sonra araba ile gitmeye karar verdim.
Bulgaristan’a kadar hiç uyumadan gittim. Sofya yakınlarında bir yerde benzin aldım. Benzin istasyonu sahibine burada biraz uyuyabilir miyim diye sordum. Burada uyumak yasak ancak biraz ileride müsait bir yer var dedi. Orada 1 saat uyudum. Sonra kamyona benzer bir araç farlarını yakmış şekilde bize doğru geldi. Bana ‘’camı aç’’ dediler. Dediklerini yaptım. Beden önce sigara istediler. Ben sigara içmiyordum ama arabada bulunduruyordum. Onlara sigara verirken beni bileğimden tutarak dışarı çıkarmak istediler. Beni soymaya kalktılar. Hamım ağlıyor. Yanımda 2 tane ufak çocuk var. Hanım kornaya bas diyor, kornaya basıyorum ama yardıma gelen yok. Babam rahmetli benden bir ‘’Nacak’’ istemişti. Nacak koltuğun altındaydı. Hanıma nacağı ver bana dedim. Eşkıyalar sol kolumu tutmuşlardı, sağ elimle nacağı kaptığım anda beni bıraktılar. Araba ile hemen geri geri gidip çıkmaz bir caddeye doğru arabayı sürdüm. Bunlar peşimde gelerek beni takip edip önümü kestiler. Arabayı kaldırıma vurdum. O sokaktan bir şekilde çıktım ama arabayı rastgele sürüyorum Nereye gittiğimi bilmiyordum. Arabanın benzini yeterliydi, böyle sabaha kadar sürerim diye düşündüm. Yolum bir yere çıktı. Bir bagajlı arabaya denk geldim. Onu takip ettim. Sonra İstanbul levhasını görünce doğru yolda olduğumu anladım. Takip ettiğim arkadaş Aydınlı imiş, onunla tanıştık, meğerse o da soyulmaktan zor kurtulmuş.
Belçika’da artık kalıcı durumda olduğumuzu görüyorum. Ben şimdi 78 yaşındayım. Bundan böyle bizim işimiz hastane ve doktor. Ben kendi vatanıma elbette her zaman minnettarım ancak bazı konularda burası daha düzenli ve bizim burada haklarımız var. Elbette buraya gelmiş olmaktan mutluyum. İyi ki buraya gelmişim dediğim oluyor. Bir de ülkemi, geldiğimiz yer ile zamanla bağlarımız koptu. Anne baba vefat etti, yakınlarımız öyle. Yeni nesilleri artık tanımıyoruz. Her şeyimiz burada, böyle olunca pek fazla seçeneğiniz kalmıyor.
Memlekete kesin dönüş konusunu hiç düşünmedim. Çünkü çocuklarım burada tahsillerini iyi bir şekilde devam ettiriyorlardı. Okulları bitince iş hayatına atıldılar. Buraya zamanla kök salmış olduk. Emekli olunca ya da yeterli para kazandığını düşünüp Türkiye’ye gidenlerin çoğu zamanla tekrar buraya geri döndüler.
Çocuklarım konusunda biz nasıl isek onları da öyle görüyorum. Ancak torunlarımız ve onların çocukları İslami yaşam, Türk kültürü gibi konuda nasıl olurlar, onu bilemiyorum.
Torunlarıma ve gelecek nesillere bir nasihat olarak bu ülkede kalıcı ve güçlü olmaları için her şeyden önce çok iyi bir eğitim almaları gerektiği söylerim. İyi bir eğitim, iyi bir meslek ve güzel ahlak. Başarının sırrı burada yatar. Biz buraya işçi olarak geldik, çok çile çektik, çok zorluklarımız oldu, ama onlar böyle olmasınlar. Onlar memur olsunlar, iş adamı olsunlar, sanatkâr olsunlar, yönetici olsunlar.