EMİN DEMİRTAŞ / LUMMEN
Emin Demirtaş, een man van 78 jaar oud, kijkt terug op een leven dat zowel het harde werk van de velden als de uitdagingen van een nieuwe start in een vreemd land omvat. Hij werd geboren op 1 januari 1947 in Aydın-Söke, een dorp in Turkije, waar hij zijn jeugd doorbracht. Als kind van boeren werkte hij hard op de katoenvelden, een taak die zijn leven zou vormen. Hij herinnerde zich de eenvoudige maar zware jaren waarin hij de basisschool afmaakte, maar daarna moest stoppen met school om voor zijn moeder te zorgen, vooral nadat zijn broer naar Nederland was vertrokken.
“De tijden waren economisch zwaar,” vertelt Emin, “en als oudste man in het gezin viel de verantwoordelijkheid op mijn schouders.” Het was een leven van hard werken, maar ook van zorg voor zijn familie. In 1969 begon een nieuw hoofdstuk: zijn militaire dienst in Turkije. Hij deed zijn basisopleiding in Izmir en werd daarna toegewezen aan een transporteenheid in Istanbul. Zijn militaire dienst was een noodzakelijke stap, maar zijn hart was al lang gericht op de toekomst, die ver buiten Turkije lag.
In 1973 besloot Emin zijn geluk in het buitenland te beproeven en kwam naar Nederland. "Mijn broer was al eerder naar Nederland gekomen. Ik ging naar hem toe, als toerist," vertelt hij. Het was een periode van onzekerheid, maar ook van hoop. Hij verbleef 10 maanden bij zijn broer, totdat hij hoorde van de werkgelegenheid in België. “Er was een regeling voor arbeiders, en ik besloot naar België te gaan,” zegt hij.
Via een kennis kwam hij uiteindelijk in België terecht. Het was Maasmechelen waar hij zijn eerste papieren invulde bij het Arbeidsbureau, waarin hij aangaf dat hij als arbeider wilde werken. "Toen ik hoorde dat de kolenmijnen in Beringen arbeiders zochten, ging ik meteen daarheen," vertelt hij. Zo begon zijn lange werkzame leven in België, dat van 1974 tot 1982 als mijnwerker in de kolenmijn duurde.
Het was een tijd van zware arbeid en voor Emin ook een tijd van ongelukken. “In 1982 had ik een ongeluk. Mijn been brak en het herstelde niet goed. Uiteindelijk werd ik ontslagen,” zegt hij, zijn ogen iets donkerder bij het herinneren van dat moment. In 1999 ging hij met pensioen na 25 jaar werken, maar het leven had veel meer in petto.
Emin verhuisde naar Geel, een stad waar hij als een van de weinige Turken het dagelijks leven probeerde te navigeren. “In Geel was ik de enige Turk. De taal was moeilijk. Ik begreep vaak niet wat mensen vroegen,” herinnert hij zich. Communicatie was een uitdaging, maar zoals de meeste dingen in het leven, raakte hij eraan gewend. Na verloop van tijd verhuisde hij naar Beringen, waar de situatie voor hem beter werd. “In Beringen was alles er. Het was voor ons een klein Turks dorpje geworden. Iedereen sprak Turks,” zegt hij met een glimlach. Zelfs de lokale Belgen leerden een beetje Turks en begrepen wat hij bedoelde, hoe hij zich ook uitdrukte.
In België ontmoette Emin veel nieuwe mensen en maakte hij vrienden op zijn werk. “Zelfs in Geel hadden we contact met Vlaamse buren. Ik had een oude Vlaamse huisbaas en we praatten zoveel als we konden,” zegt hij. De tijd ging verder, en hij werd een integraal onderdeel van de samenleving. “We zijn nu staatsburgers van dit land. We onderhouden goede relaties met onze buren, die we als broers beschouwen,” vertelt hij.
Ondanks het leven in België, bleef Emin trouw aan zijn Turkse roots. “Ik nam mijn kinderen regelmatig mee naar Turkije, zodat ze hun land zouden leren kennen. Ik wilde dat hun band met Turkije niet verloren zou gaan,” zegt hij. Vandaag de dag heeft Emin vier kinderen, die goed op de hoogte zijn van de Turkse taal en cultuur. “Ze volgden les in Turks en Turkse cultuur op school en kregen Qur’anonderwijs in moskeeën,” vertelt hij trots. Zijn kinderen zijn inmiddels goed geïntegreerd in de Belgische samenleving, maar hun liefde voor Turkije is sterk. “Ze zijn meer Turkse liefhebbers dan Belgische,” voegt hij eraan toe.
Met de jaren heeft Emin geen negatieve ervaringen met racisme gehad. “In Geel was er zelfs een politieagent die ons enorm heeft geholpen. Wanneer we moeite hadden om ons uit te drukken, fungeerde hij als tussenpersoon,” herinnert hij zich. Ondanks de uitdagingen die hij tegenkwam, was België voor Emin altijd een plek van hoop en nieuwe kansen.
Zijn eerste reis terug naar Turkije maakte hij in 1977, en de reis was zwaar. “De wegen waren slecht, en we moesten door landen als Oostenrijk, Joegoslavië en Bulgarije. Het was een avontuur, maar ook een strijd,” zegt hij, zijn stem serieus. Maar door de jaren heen zijn de wegen verbeterd, en Emin is ouder geworden. Toch blijft zijn verlangen naar Turkije groot, hoewel zijn leven nu volledig geworteld is in België.
In 1982, na een periode van werkloosheid, besloot Emin met zijn gezin naar Turkije te verhuizen. “Ik dacht dat ik in Turkije een nieuw leven zou beginnen, maar het werkte niet uit,” zegt hij met een kleine glimlach. “Dus kwam ik terug naar België. Het was een goede keuze,” voegt hij eraan toe.
De toekomst van België ziet hij positief tegemoet. “België is goed georganiseerd. Daarom maak ik me geen zorgen over de toekomst,” zegt hij met overtuiging. Hij heeft altijd geprobeerd zijn kinderen goed op te voeden, en nu is het tijd om dankbaar te zijn voor alles wat hij heeft bereikt.
“De dood is een realiteit voor iedereen,” zegt Emin uiteindelijk, “maar ik wil graag in mijn geboorteland begraven worden.” Hij denkt na, en vervolgt: “De nieuwe generatie is nu Belgisch, en het is normaal dat ze hier begraven worden. De tijd van constante reizen naar Turkije is voorbij.”
EMİN DEMİRTAŞ / LUMMEN
Ben 1 Ocak 1947 Aydın-Söke doğumluyum.
Çocukluğum memleketim geçti. Biz çiftçi insanlardık. Pamuk tarlalarında çalışırdık, çapa yapardık.
Ben ilkokul mezunuyum. İlkokulu bitirdikten sonra okumadım. O zamanlar ekonomik yönden sıkıntılı yıllar yaşıyorduk. Anneme bakmak zorundaydım. Ağabeyin Hollanda’ya gelmiş ailede bütün yük bana kalmıştı. Böylece askerlik dönemine kadar hayatım memleketimde geçti.1969 yılında askere gittim. Acemilik dönemi İzmir’de geçti. Daha sonra İstanbul’a Ulaştırma bölüğünde görev verildi.
Ben askerlik vazifemi tamamladıktan 1 yıl sonra yurt dışına çıktım. 1973 yılında önce Hollanda’ya geldim. Rahmetli ağabeyim benden önce Hollanda’ya gelmişti. Turist olarak önce onun yanına geldim. 10 ay boyunca onun yanında kaldım. Ondan sonra Belçika’da işçi affı çıktığını duyunca ben de Belçika’ya geldim.
Bir tanıdık vasıtası ile Belçika’ya geldim. Önce Maasmechelen’de İşçi Bulma Kurumu’nda işçi olmak istediğimi beyan eden bir evrak doldurdum. Beringen Maden Ocağı’nın Kömür Maden İşçisi aldığını duyunca hemen oraya giderek müracaatta bulundum.
1974’ten 1982 yılına kadar maden ocağında işçi olarak çalıştım.1982 yılında bir kaza geçirdim. Ayağım kırılmıştı. Bir daha düzelemedim ve böylece beni işten çıkardılar. 1999 yılında ise 25 yıl üzerinden emekli oldum.
Belçika’ya ilk geldiğim zaman Geel şehrinde ikamet ettim. Otobüs ile iş yerine gidip geliyorduk. Orada benden başka Türk yoktu. Dil konusunda sıkıntılı oluyordu. Bir soru sorulduğunda tam olarak anlamıyordum. Alışveriş yaptığımız zamanda anlaşmakta zorluk çekiyordum. Daha sonra Beringen’e taşındık. Burada zorluk çekmedik. Çünkü burada her şey vardı. Beringen bizim için Türkçe konuşulan küçük bir Türk kasabası gibi olmuştu. Burada Belçikalı doktor, esnaf ve işyeri sahipleri de biraz Türkçe öğrenmişlerdi. Onlar siz kendinizi nasıl ifade ederseniz edin bir şekilde ne demek istediğinizi anlıyorlardı. Ben dil öğrenme konusunda pek başarılı olamadım. Sadece yer altında çalıştığımız dönemlerde Flamanlarla birlikte çalıştığımız için orada biraz dil öğrendim. O dil bilgisi ile bugünlere geldik.
İşyerinde tanıştığımız, birlikte çalıştığımız arkadaşlarımız oldu. Hatta Geel şehrinde Flaman komşularımızla irtibatlıydık. Benim Flaman yaşlı bir ev sahibim vardı, onunla oturum dilimizin döndüğü kadar sohbet ederdik.
Artık biz buranın insanıyız. Şimdi bu ülkenin vatandaşı olmuş durumdayız. Komşularımızla iyi ilişkiler kuruyoruz. Onlarda bizim kardeşlerimiz sayılır. Şimdi ikamet ettiğim yerde Flaman komşularımız var. Eşim çiçek alır yaşlıları ziyaret eder. Onların özel günlerini kutlar sevincini paylaşırız.
Ben Belçika’ya 23 yaşında geldim, şimdi 78 yaşındayım. Ömrümün büyük bir bölümü Belçika’da geçmiş durumda. Elbette anavatanımız Türkiye’dir ancak burası da bize bir şekilde vatan olmuştur.
İlk evliliğimi 1974 yılında yaptım. Eşim daha sonra vefat etti. İlk eşimden 4 çocuğum oldu. Çocuklarımın Türkçe bilgisi, din bilgisi gayet iyidir. Çocuklarım okullarda verilen Türkçe ve Türk Kültürü derslerini takip ettiler. Camilerde Kur’an eğitimi aldılar. Burada doğum büyüdükleri ve okula gittikleri için Flamanca dil bilgileri de gayet iyidir. Çocuklarım meslek bölümlerinde okudular ve şimdi çalışıyorlar.
Belçika’da şahsen ırkçılık konusunda olumsuz bir durum yaşamadım. Hatta Geel şehrinde ikamet ettiğimiz dönemde bize en çok yardımcı olan bir polis memuru oldu. Bir konuda kendimizi ifade etmekte zorlandığımızda aracılık yapar işimizi kolaylaştırırdı.
Ben elimden geldiği kadar çocuklarımı düzenli olarak tatil dönemlerinde memlekete götürürdüm. Maksadım ülkelerini görsünler, yakınlarını tanısınlar, onları sevsinler istedim. Onların Türkiye ile bağlarının kopmaması için uğraştım. Bugün için çocuklarım Belçika’dan daha çok Türkiye sevdalılarıdır. Ancak gelecek nesiller nasıl olur bilemiyorum.
Belçika’ya gelen Türk vatandaşlarının büyük zahmetlerle kurduğu dernek ve federasyonlarımızın varlığını çok önemsiyorum. Gelecek nesiller için bu kurumlarımız çok önemli. Belki de bu sayede dinimizi, anadilimizi, kültürümüzü gelecek nesillere aktarmamız bir nevi güvence altına alınmış olacak.
Ben Belçika’ya yerleştikten sonra ilk defa 1977 yılında sıla yolculuğu yaptım. O zamanlar yollar çok sıkıntılıydı. Her yer otoyol değildi. Avusturya dahil hep tek gidiş gelişli yollardan ilerlemek zorundaydık. Çok kazalar gördük. Hele Yugoslavya gir git bitmek bilmiyordu. Polis zorluk çıkarıyordu, çok ceza yazılıyordu, rüşvet çok yaygındı. Hele hele Bulgaristan’ın durumu tam bir faciaydı. Sonra yılar geçtikçe sistemler değişti, yollar düzeldi, biz de yaşlandık.
Bir dönem Türkiye’ye kesin dönüş yapmak istedim. 1982 yılında işsiz kalmıştım. İşsizlik sigortasından aldığım parayla geçinmek zorunda kalmıştım. Eşimi ve çocukları ikna ederek Türkiye’ye gittim. Bir minibüse eşyalarımı doldurup Belçika’yı terk etmiştim. Ancak yaptığım hesaplar tutmadı ve tekrar Belçika’ya geri döndüm. Bir daha da böyle bir teşebbüsüm olmadı.
Belçika’nın geleceği konusunda benim bir endişem yok. İyi organize olmuş bir ülke. Bu nedenle gelecek nesiller için de bir tehlike görmüyorum.
Benim Belçika’ya gelirken özel bir hedefim yoktu. Sadece bir işim olsun ve kimseye muhtaç olmadan çalışıp para kazanıp geçimimi sağlamayı düşünmüştüm. Türkiye’ye gittiğimiz zaman kalacağımız bir evimiz olsun istedik, onu da aldık. Onun dışında başka bir yatırımımız olmadı. Benim önceliği çocuklarımı iyi yetiştirmek oldu. Şimdi şükredip hayatımıza devam ediyoruz.
Ölüm hak, dünyaya gelen bir gün mutlaka ölecektir. Ben kendim için şahsen memleketimizde toprak ile buluşmak isterim. Buraya gelen Türk toplumunun bugün için burada doğum büyüyen, hayatı burada tanıyıp burada yaşamaya devam edenler buradan kopup başka yerlere gitmezler. Bu sebeple gelecek nesiller artık burada toprağa verilirler. Bunun bence bir sakıncası da yoktur. Çünkü yeni nesil artık eskisi gibi sık aralıklarla Türkiye’ye gitmiyor. Onlar artık buralı oldular. Cenazelerinin de burada defnedilmesi gayet normaldir.